30 september 2004
Algemeen brandweercommandant Bontenbal neemt afscheid
REEUWIJK/DRIEBRUGGEN – Vanavond om halfacht wordt A. Bontenbal (55) van huis opgehaald om pas laat weer thuisgebracht te worden. Hoe zijn afscheid als algemeen brandweercommandant van Reeuwijk en Driebruggen verder ingevuld gaat worden, weet hij nog niet. “Maar het wordt wel een afscheid met gemengde gevoelens. Want hoewel ik het vanwege mijn leeftijd een goed punt vind om er nu een punt achter te zetten, zal ik de gezellige club en de contacten missen. Ik zal daarom ook zeker nog wel eens de kazerne binnenlopen.”
Bontenbal kan terugkijken op een 34 jaar durende loopbaan bij de vrijwillige brandweer van Reeuwijk. Hij vertelt hierover: “Het zat bij ons in de familie: mijn opa en vader hebben ook bij de brandweer gezeten. Bij ons thuis hoorde je er dus dagelijks over. Reeuwijk had en heeft geen jeugdkorps, maar bij de padvinderij heb ik wel een brandweerinsigne gehaald. Ook zijn we met die club Nationaal brandweerjeugdkampioen geworden in het Brabantse Oirschot, ik geloof in 1960. Maar verder deed de padvinderij niet veel aan de brandweer. Voor mij is dat pas echt op gang gekomen in 1970, toen ik werd afgekeurd voor dienst en buitengewoon dienstplichtig werd. Hierdoor moest ik kiezen of ik bij de Burger Bescherming of bij de brandweer wilde. Zodoende kwam ik als 20-jarige bij de vrijwillige brandweer van Reeuwijk terecht. Tegenwoordig mag je mee met een uitruk als je eerst een aantal cursussen doorlopen hebt. Vroeger was het genoeg als je de basisbeginselen wist. En ik mocht zelfs nog iets eerder mee, omdat er een plaats vrijkwam toen iemand wegging uit het korps. Maar je blijft er wel steeds verder voor leren. Zo ben ik van die 34 jaar er 20 duiker geweest. Dit was echt mijn specialisme en dat vond ik ook altijd leuk. Helaas moet je hiermee stoppen als je 45 jaar bent, want het is een grotere fysieke belasting dan het andere werk bij de brandweer, dat je tot je 55e mag blijven doen. En voor een commandant is 60 jaar de uiterste leeftijd.

In 1980, na de gemeentelijke herindeling, ben ik algemeen commandant geworden over Reeuwijk en Driebruggen. Dat is inderdaad vrij snel gegaan, maar dat kwam doordat de commandantpost vrijkwam toen mijn vader er mee stopte. Ik had toen nog niet alle benodigde papieren. Nu nog niet trouwens, maar daar is nooit moeilijk over gedaan. Tegenwoordig zou dat niet meer zo kunnen; nu moet je wel verplicht een aantal cursussen hebben gevolgd. Een nadeel daarvan vind ik dat het een beperking geeft in de opvolging van de hogere rangen. Niet iedereen zal namelijk als vrijwilliger zoveel tijd kwijt willen zijn aan de uitrukken, oefenavonden, cursussen en vergaderingen. En als algemeen commandant van twee plaatsen heb je dit alles dubbel. Mijn opvolger is nog wel iemand op vrijwillige basis, maar de verwachting is dat in de toekomst de hogere functies ingevuld gaan worden door beroepskrachten. Dat zal het geval kunnen zijn als Reeuwijk en Driebruggen samengaan met Nieuwerbrug en Bodegraven. Zelf heb ik echter nooit een beroepsbrandweerman willen zijn. Ik heb het namelijk in mijn werk als projectleider bij een aannemingsbedrijf reuze naar mijn zin. En als je brandweerman voor je beroep bent, dan is het eigenlijk geen hobby meer. Misschien zou ik er vijftien jaar geleden nog wel over hebben nagedacht, maar inmiddels weet ik dat de salariëring in het bedrijfsleven beter is dan bij de brandweer.”
Het brandweerkorps van Driebruggen bestaat uit alleen mannen; dat van Reeuwijk heeft “anderhalve vrouw” binnen de gelederen. Bontenbal legt uit: “Dat is één vrouw die hier werkt maar elders woont en die dus alleen overdag beschikbaar is, en één vrouw die wel dag en nacht oproepbaar is. Voor een uitruk heb je minimaal 21 ‘man’ nodig plus de algemeen commandant. In totaal dus 43 personen. Op dit moment hebben we een volledige bezetting en zelfs een aantal personen op de wachtlijst. Een tijdje ging het invullen van vacatures wat moeizamer, omdat je bij voorkeur in de gemeente moet werken voor het geval dat je opgepiept wordt. Op zo’n moment moet je op stel en sprong weg kunnen. Daarom is het zo belangrijk dat je vrouw achter je keuze voor de brandweer staat. Dat vertel ik er bij een sollicitatiegesprek altijd bij, ook aan vrijgezelle jongens. Toch hebben er in de loop der jaren misschien maar twee afgehaakt toen ze een gezin kregen. Wel is een aantal gestopt door ziekte of verhuizing, maar verder is er in beide korpsen maar weinig verloop. Zelf was ik al bij de brandweer voordat ik mijn vrouw leerde kennen, dus ze wist waar ze aan begon. Door de snelweg, de trein en plassen in de buurt maak je zat ernstige ongevallen mee. Mijn vrouw heeft echter nooit een scanner willen hebben om mee te luisteren waar ik naar toe was. Wel vertelde ik haar naderhand wat er was gebeurd. De ene keer kan je er ook beter tegen dan de andere. Dat heeft onder andere te maken met het feit of er kinderen betrokken waren bij het ongeval. Als onze taak erop zit, gaan we met het korps altijd nog evalueren in de kazerne. En als een van de jongens voor het eerst iets ergs meemaakt, dan bel ik hem de dag erna ook nog even op. Maar gelukkig kunnen we ook wel lachen met elkaar. Zo hadden we een keer op Sinterklaasavond een melding van een schoorsteenbrand. Onderweg daarna toe hebben we in de wagen Sinterklaasliedjes gezongen, om bij aankomst natuurlijk weer serieus te zijn.”
Met het afscheid van Bontenbal op 30 september komt er een einde aan drie generaties bij de plaatselijke brandweer. Zelf is hij niet bang om na die datum in een zwart gat te vallen. “Nee hoor, want dan zie ik eindelijk mijn vrouw eens wat meer en kunnen we weer eens wat vaker gaan zeilen.”
foto: Lex Fioole
2 september 2004
Feestelijke opening seizoen KPJ
BODEGRAVEN – Het is inmiddels al een traditie geworden: de feestelijke opening van het nieuwe seizoen van de Katholieke Plattelands Jongeren in Bodegraven. Aanstaande zaterdag worden in het Hippisch Centrum aan de Noordzijde 96 weer 2000 jongeren verwacht, waarvan 300 eigen leden. KPJ-voorzitter Ad Veelenturf vertelt: “Vroeger hielden we dit openingsfeest in een boerenschuur. Op een gegeven moment hadden we zo’n grote opkomst, dat deze te klein was. Toen hebben we het feest twee jaar in een tent gehouden. Destijds zijn we namelijk begonnen met een bezoekersaantal van 1000, maar zijn via 1400 gegroeid naar 2300. Dit was nog vóór de cafébrand in Volendam, waarna de regels zijn aangescherpt. Nu laten we maximaal 2000 gasten toe in de binnenbak van het Hippisch Centrum, waar we sinds
veertien jaar dit evenement houden.”
De voorzitter vertelt dat vroeger het openingsfeest, voor KPJ-leden uit de hele regio, gehouden werd als afsluiting van de Najaarsmarkt, maar dat het nu vervroegd is. “Dit zijn dus de laatste dagen dat er in de voorverkoop nog een toegangskaartje gehaald kan worden bij Expert, aan de Tolstraat 20 hier in Bodegraven. Zaterdag begint de avond om 21.30 uur; binnenkomen kan tot middernacht. Net zoals vorig jaar treedt de coverband Millstreet and the Music Company op, want daar hadden we toen goede reacties op gekregen. Om 02.00 uur gaat de muziek uit, waarna we om 03.30 uur sluiten. Overigens kon je vroeger alleen binnenkomen als je zelf lid was, of introducé. Sinds dit jaar hebben we de drempel lager gemaakt door het feest ook toegankelijk te laten zijn voor andere belangstellenden.” Veelenturf hoopt hiermee een groei te bereiken van het ledenaantal dat, sinds drie jaar geleden een ledenstop nog noodzakelijk was, te ver is afgenomen. “De KPJ is er voor jongeren in de leeftijd van zestien tot en met dertig jaar. Eigenlijk tot zolang als je je jong voelt. Echter, in de leeftijd van zestien tot en met twintig jaar zien we een terugloop van het aantal leden, waardoor de vereniging ‘vergrijst’. Wat een reden kan zijn om lid te worden? Iedere eerste zaterdag van de maand hebben we een feest in het Everthuis. En voor wie wil sporten, maar niet de verplichting wil van een vaste trainingsavond, kan bij ons meedoen aan diverse toernooien. Zo organiseren we het Pinkstervoetbal, maar gaan we ook mountainbiken, schaatsen op de ijsbaan, polsstokspringen, en in de buitenbak van de manege doen we aan beachvolleybal. Daarnaast houden we zes keer per jaar een caféavond in de kleine zaal van het Everthuis, steeds met een ander thema. Ook leuk is het toneelstuk dat één keer per jaar door ons wordt opgevoerd, of ons eigen cabaretfestival. Er zijn vier leden die hier al vier keer aan hebben meegedaan en die zijn inmiddels echte publiekstrekkers geworden!”
Voor meer informatie over de KPJ, of om je aan te melden, kun je terecht op de website
www.kpj.nl
foto: Lex Fioole
|
Najaarsmarkt krant,
uitgekomen in september
Oud-Bodegraven in beeld op Najaarsmarkt
Vorig jaar stond de net opgerichte stichting Historisch Genootschap Bodegraven nog zijn eerste leden te werven op de Najaarsmarkt; inmiddels is het ledenaantal opgelopen tot 200. Bestuurslid Leendert Spijker (56) vertelt: “Het zijn bijna allemaal 50-plussers, maar dat vind ik niet zo vreemd. In mijn jongere jaren was ik ook niet geïnteresseerd in de historie van Bodegraven.” Dat dit voor hem nu anders is mag blijken uit het enthousiasme waarmee Spijker de fototentoonstelling beschrijft die tijdens de Najaarsmarkt in het gemeentehuis zal worden gehouden: “Het thema van de expositie is ‘Bodegraven, geweldig in goederentransport’. Oorspronkelijk wilde we ons alleen richten op het transport van kaas, maar naar aanleiding van onze telefoontjes kregen we ook zulk mooi ander fotomateriaal, dat we besloten om de basis van de tentoonstelling te verbreden. We hebben nu zo’n 100 tot 150 foto’s bij elkaar; van elk Bodegraafs transportbedrijf dat we hebben kunnen achterhalen minimaal één. En dat zijn er toch zo’n vijftien tot twintig geweest. Bijna allemaal zijn ze begonnen als beurtschipper, maar van deze schepen hebben we weinig foto’s. Een veelgehoorde verklaring hiervoor is dat er toen geen tijd was om foto’s te maken. ‘Niet zeuren, maar werken’ heette dat. Van de foto’s die we in de afgelopen drie maanden hebben verzameld zoeken we er 60 tot 70 uit. Hier zitten dan ook afdrukken bij van wel 100 jaar oud. Daarom hangen we straks niet de originelen op, maar maken we eerst goede kopieën met de nieuwe technieken die je hiervoor tegenwoordig hebt. Foto’s van na 1960 zullen we niet hebben hangen, want die vrachtwagens kent iedereen nog wel. Leuker is dan de eerste vrachtwagen van Andrélon in 1945; dit was een tweedehands legertruck waar de naam van deze fabriek op aangebracht is. Tijdens de expositie zie je ook de vrachtwagens van Transbelga, zoals het inmiddels ter ziele gegane Transneerlandia vroeger heette. En die van slachtbedrijf Baas-Domburg, voordat dit twee aparte bedrijven werden. En natuurlijk vervoersbedrijf Van Rijn, dat in de vijftiger jaren per maand tienduizenden levende kippen naar Italië exporteerde. De eieren die tijdens de rit gelegd werden, werden dan onderweg verkocht. Ja, het is echt uniek fotomateriaal, dat vooral voor oudere Bodegravers heel herkenbaar zal zijn. Voor deze tentoonstelling zijn we speciaal naar Middelburg gereden om foto’s op te halen, maar we krijgen ze ook wel eens aangeboden omdat ze anders toch maar weggegooid worden. Wij zorgen er dan voor dat dit historische materiaal een plaatsje in het archief krijgt.”
De tentoonstelling is te bezichtigen tijdens de openingstijden van de kaas- en bloemenshow.
Oude ansichtkaarten
Een ander lid van de stichting Historisch Genootschap Bodegraven, de heer Bianchi, staat dit jaar ook voor de tweede keer op de Najaarsmarkt. Vorig jaar trok zijn presentatie van oude ansichtkaarten over Bodegraven, met behulp van een beamer op een groot scherm, tussen de 1000 en 1500 bezoekers. Doordat hij nu 85 andere plaatjes uit zijn ruim 1400 tellende verzameling laat zien, verwacht Bianchi weer een goede aanloop. “Alle ansichtkaarten die ik in de afgelopen vijftien jaar heb verzameld, heb ik digitaal opgeslagen en verkleind uitgeprint, zodat ik er een boek van heb kunnen aanleggen. Dit boek met het totale overzicht, netjes gerubriceerd, zal op de Najaarsmarkt ter inzage liggen. Bij de diapresentatie komt elke ansichtkaart ongeveer vijftien seconden in beeld. Ik heb vorig jaar meegemaakt dat sommige mensen de show wel drie keer helemaal hebben bekeken. Dat vind ik erg leuk. Ook heb ik wel honderd verschillende oude rekeningen verzameld. Die zijn meestal handgeschreven, voorzien van een oud logo en belastingzegels. Ja, ik laat altijd graag mijn hobby zien, want ik ben geen zogenaamde stille verzamelaar.”
Bianchi vertelt dat hij in verzamelaarkranten leest waar beurzen voor ansichtkaarten worden gehouden. Als dat binnen een straal van 100 kilometer van Bodegraven is, dan gaat hij daar met zijn vrouw naar toe. “Dat heb je nu eenmaal met ansichtkaarten; die worden verstuurd, dus die kan je in het hele land tegenkomen. Al heb ik er wel een paar in mijn verzameling die dicht bij huis zijn gebleven, namelijk Nieuwerbrug en Zwammerdam. Vroeger had namelijk niemand een telefoon, dus werden er ook op korte afstanden vaak kaarten gestuurd. Hoewel ik de meeste oude kaarten wel in mijn bezit heb, komt er nog steeds wel wat bij. Laatst heb ik een andere verzameling bekeken en daarvan bleek ik er maar twintig te missen.” Op de vraag of Bianchi misschien ook geïnteresseerd is in oude postzegels, zegt hij: “Nee dat niet, want van postzegels zijn er misschien wel vijf miljoen dezelfde gemaakt. Wel stel ik er prijs op dat er een gestempelde postzegel zit op de ansichtkaarten van Bodegraven. Hieruit kan ik namelijk de datum van verzenden afleiden en de periode waarin de foto is genomen. Dit vermeld ik dan in het boek dat ik heb aangelegd en dat ik meeneem naar beurzen. De originele kaarten neem ik nooit ergens mee naar toe. Ten eerste ben ik er erg zuinig op en ten tweede zijn het inmiddels heel zware albums geworden. Als ik op een beurs een plaatje tegenkom dat ik al heb, maar dat ouder is, dan koop ik dat. De jongere ansichtkaart breng ik vervolgens via de kringloopwinkel weer in de handel. Oude kaarten kopen is trouwens geen goedkope hobby. In guldens uitgedrukt varieert de prijs van twee kwartjes tot honderd gulden. Al verkoopt er tegenwoordig bijna niemand meer onder de twee euro. Ik denk dat alleen groothandelaren er nog een boterham aan kunnen verdienen. Aan gekken zoals ik, dus.”
Bij het Historisch Genootschap heeft Bianchi gelijkgestemde zielen gevonden. “Iedere maand komen we op een dinsdagochtend bij elkaar. Ik neem dan altijd mijn laptop mee en laat een van mijn series zien. Zelf vind ik de serie “Groeten uit Bodegraven” erg leuk. Dit zijn romantische kaarten uit circa 1920. Binnenkort willen we ook een presentatie houden in bejaardencentrum Rijngaarde. Wij hopen dan dat er bij de bewoners verhalen bovenkomen over vroeger. De bedoeling is om deze op te nemen, zodat we er historische boekjes mee kunnen maken.”
De tentoonstelling van oude ansichtkaarten is te bezichtigen in de trouwzaal van het gemeentehuis.
Ex-Kaaskoningin Margreet Verburg blikt terug
Het verhaal van hoe de geboren en getogen Bodegraafse, in Zegveld woonachtige, Margreet Verburg vorig jaar werd uitgeroepen tot Kaaskoningin, is al lang en breed uitgemeten geweest in de regionale pers. Slechts één vraag kon toen niet worden beantwoord, dus die stellen we haar nu: “Margreet, hoe kijk je terug op die drie speciale dagen?”
“Als kind ging ik al naar de Najaarsmarkt en ik herinner me goed de spanning rond de uitverkiezing van de Kaaskoningin en haar twee hofdames. Wie dat zijn wordt namelijk pas onthuld bij de presentatie aan de pers, net vóór de optocht. En ondanks dat ik nu dan zelf uitverkoren was, bleef het spannend. Mijn man had ik het wel verteld, maar voor mijn moeder heb ik het bijna tot het laatste moment geheim gehouden. Die geheimzinnigheid hoort namelijk bij de traditie. Achteraf gezien waren die drie dagen heel leuk, maar erg druk.
Bij de opening op donderdagavond werd ik in de muziektent aan het Raadhuisplein voorgesteld aan het publiek. Daarna was dan de optocht. Hierbij sloegen de paarden die voor de koets gespannen waren op hol. Dat was echt schrikken! Op zo’n moment denk je heel snel: gaat het fout? Moeten we uit de koets springen? Het rijtuig kwam tegen een schutting terecht, waardoor een wiel afbrak. Op dat moment stoof het publiek weg. Dat was nog niet alles, want de koets bleef tijdens de dollemansrit haken achter twee paaltjes, waardoor het voorstuk afbrak. Eén paard werd vastgegrepen door de eigenaar en ook de andere kwam tot stilstand. Toen bleken zowel de koetsier als een meisje dat op de koets reed gewond te zijn. Zelf was ik bont en blauw door het schudden van het rijtuig. Gelukkig reden de politie en ambulance mee in de optocht, dus die waren er snel bij. Nadat we van omstanders een glaasje water tegen de schrik hadden gekregen, kwam de vraag óf en hoe we nu verder moesten. Een buurtbewoner bood ons toen zijn tweezits auto aan, ik geloof dat het een Bugatti was. Daar heeft begeleider Tijmen Koelewijn me verder mee gereden totdat we weer op het Raadhuisplein waren. Mijn familie heeft dit ongeluk niet zien gebeuren, dus ik heb ze gelijk maar even gebeld, voordat ze het van iemand anders zouden horen. Later heb ik nog bloemen gebracht bij de koetsier en dat meisje en hebben we er over nagepraat. Over dit voorval zijn daarna grappige stukjes en liedjes geschreven en dat vind ik prima. Het is uiteindelijk allemaal goed afgelopen, dus kun je het maar beter luchtig opvatten. Na de optocht moest ik een speech houden, die ik zelf had mogen schrijven. Hoewel ik zoiets totaal niet gewend ben, ging het me gemakkelijk af. Het waren namelijk mijn eigen woorden, dus ik kon gewoon mezelf zijn. En vervolgens hebben we met genodigden een borrel gedronken in het gemeentehuis, waar ook de Kaaskoningin van 2002 bij was.”
Over het verdere verloop van de Najaarsmarkt vertelt ze: “Ik had het programma ingelezen en wist wel wat ik me voor moest stellen bij de braderie en de prijsuitreiking. Die vrijdag bij de bezoeken aan verzorgingstehuizen Erasmushof, Rijngaarde en Vijverhof wist ik dat echter niet en juist dat bleek zo leuk te zijn! Er was voldoende tijd om met de mensen te praten en een bewoner zei mijn oma nog te hebben gekend. We mochten mee-eten van de macaroni en je merkte dat er veel moeite voor ons werd gedaan. Voor mijn gevoel klikte het gewoon heel goed. Op 9 september wordt de nieuwe Kaaskoningin bekend gemaakt. Ook ik weet niet wie dat wordt. Alleen weet ik dat ze geen rood zal dragen, omdat ik die kleur al aanhad. Als tip wil ik haar meegeven: ‘Geniet er lekker van en laat alles maar over je heenkomen.’ Dat kan ook makkelijk, want door de organisatie wordt alles goed geregeld!”
foto: Lex Fioole
|